Wij maken voor jou de mooiste en meest passende LED ontwerpen.
LED’s kun je gebruiken als verlichting, voor ondersteuning van presentaties, maar ook als middel om de aandacht te trekken.
Neem een kijkje bij onze ontwerpen die we samen met verschillende kunstenaars hebben gemaakt..
Wij leveren de techniek, de kunstenaar het design. Samen maken we het verschil!
Van eenvoudige dimbare LED verlichting in je restaurant tot LED panelen voor buitenreclame of videoschermen. Inclusief installatie en nazorg.
Uiteraard is onze verlichting ook via Google Home en/of Alexa te bedienen!
LED’s hebben als voordeel dat ze weinig energie verbruiken en in alle gewenste kleuren beschikbaar zijn! In ons assortiment bevinden zich alle gangbare kleuren, meerkleuren LED’s, paneel-led’s, en LED’s voor direct gebruik op 230Volt.
Voor onze creatieve toepassingen gebruiken wij de gelijkstroom besturingen waarmee we veilig via proportionele dimmers de LED’s nauwkeurig kunnen besturen, zowel binnen als buiten.
De besturings-elektronica is robuust en bewijst zich steeds weer.
Voor het aansluiten van meerdere (secties of individuele) LED’s hebben wij distributie-toepassingen ontwikkeld waardoor het installeren door iedere erkende installateur mogelijk is.
Inbouw van een Citroën ID/DS 4-versnellingsbak in een Citroën Traction Avant
De Citroën Traction Avant heeft standaard 3 versnellingen waarvan de eerste versnelling niet is gesynchroniseerd.
Naar mijn beleving is deze versnellingsbak het grootste struikelblok om met deze auto soepel in het moderne verkeer mee te kunnen komen.
Vanaf 2007 tot 2016 heb ik daarom met tussenpozen gewerkt aan de aanpassing van een oude Citroën ID/DS19 4-versnellingsbak zodat deze werkt in mijn Traction Avant 11 BN.
Als basis voor dit project heb ik een ID donor versnellingsbak gebruikt uit een Citroën ID19 uit 1964. De ID 4-bak heeft op de 4 voorwaartse versnellingen volledige synchronisatie maar past in de breedte niet zomaar in mijn Traction Avant. .
De sloop, aanpassingen aan de ID bak en de inbouw in mijn Traction Avant kun je via bijgaande fotocollage volgen!
Boven zie je het ruwe eindresultaat waarmee ik inmiddels (2021) al weer een paar duizend kilometers heb mogen afleggen.
Uiteindelijk is het dus een waardevol project geweest.
Het rijden met de TA is perfect, terug- en opschakelen gaat soepel en de auto gedraagt zich prettig.
Belangrijk voordeel van de nieuwe versnellingsbak is dat de motor veel minder toeren maakt wanneer je op kruissnelheid rijdt.
Boven zie je het overzicht van de donor langeslag ID19-motor met de 4-bak. Alles hing er bij de aankoop nog aan: remmen, ophanging, schakelhuls, HD regelaar, benzinepomp, dynamo enzovoorts!
De waterpomp was er al door een ander afgehaald.
De donor wagen had ernstige zijschade en was total loss verklaard.
Eigenlijk wel jammer maar ik had er mazzel mee.
De foto hierboven stamt uit begin 2009, na het demonteren van de combinatie motor/bak van een vroege sloop- Citroën ID19 met langeslag motor en 4-versnellingsbak.
De aanpak
De lange flenzen van de 4-bak moeten worden afgedraaid, van de uiteinden van de flanges (bakzijde) worden bussen gedraaid die in de afgedraaide flenzen komen te zitten.
Dit is nodig omdat de lagers en keringen niet verkrijgbaar zijn in buitenmaten die zonder meer in de binnenzijde van de ingekorte flanges passen.
Nieuwe lagers en nieuwe oliekeerringen worden in de bussen in de afgedraaide flenzen opgesloten.
De asklauwtjes worden afgedraaid met ca. 1 mm naar een commercieel verkrijgbare binnenmaat voor een lager en kering. (35mm asdikte)
De flenzen zijn met 3 mm uitgedraaid om de asklauwtjes goed te kunnen monteren op de TA interne bak-assen.
Een RVS bus wordt gedraaid om de uitgaande interne TA-as strak te laten draaien in het ID kroonwiel.
Bij andere ombouwen wordt deze bus meestal niet geplaatst, maar de zijwaartse druk op het eind van deze as wordt zonder pas-bus naar mijn menig te groot om er erg lang zonder slijtage mee te kunnen rijden.
De bus heeft aan de draaiende binnenkant een oliegroef. Deze bus is aan 1 zijde nodig van het donor ID-kroonwiel en zit strak in het kroonwiel ingekrompen. De ID-as draait strak in het ID kroonwiel en is iets dikker dan de TA- as. Het verschil in dikte wordt door de RVS pas-bus gecorrigeerd.
De satellietwielen, interne bak-assen en het differentieel-huis van de TA worden hergebruikt.
Het satellietwiel (uiteraard passend op het pignon tandwiel van de ID-bak) komt van de ID donorbak.
Je moet na de ombouw natuurlijk wel opnieuw de voorspanning op de Timken lagers bepalen en nieuwe pas-ringen maken om het geheel met de juiste voorspanning in het ‘klokje’ goed te monteren.
Speling van het kroonwiel meten conform het werkplaatshandboek, enzovoorts. Deze oplossing is robuust en zal niet breken of overmatig slijten.
het bedienen van de versnellingen was voor mij ook een belangrijk punt, omdat de Traction Avant standaard een afwijkende schakelvolgorde heeft en de bekende ‘ombouwen’ naar 4-bak allemaal een extra knop of hefboom hebben om de achteruit van de versnellingsbak te bedienen.
Ik heb er voor gekozen alles zo om te bouwen dat een reguliere H-vork 4-versnellingen + achteruit bediening ontstaat:
· via de oorspronkelijke schakelstangen van de TA · door de selecteur/levier in de cabine om te bouwen · door op de versnellingsbak met nieuwe schakelstangen ‘buitenom’ een conversie te doen van de bedieningshevels onderaan de schakeltoren naar de oorspronkelijke bediening van de 4-bak.
Bakassen verwijderd en verder aan het werk met afdraaien van de flanges
Boven zie je hoe ik de bussen aan het draaien ben voor in de flanges, hierin kan dan het nieuwe lager en de nieuwe oliekeerring worden gemonteerd
Hier is het hart verwijderd van een oude ID-19 koppelingsplaat om als verlenging te dienen van een andere passende plaat.
Voor het gemak heb ik daarvoor een nieuwe TA plaat gebruikt, een ID plaat kan in principe ook maar dan moeten de spie-banen zuiver in elkaars verlengde liggen zodat de plaat vrij kan blijven schuiven over de primaire as.
Deze actie is nodig omdat de primaire as van de 4-bak korter is dan de as van de 3-bak en de spiebaan van de as net niet ver genoeg in de spiebaan van een standaard koppelingsplaat komt om de kracht zonder schade over te kunnen brengen op de plaat.
Op de bovenstaande foto is het misschien niet goed te zen, maar de bussen zijn met RVS schroef /spietjes vergrendeld aan de flanges zodat ze niet kunnen bewegen en/of kunnen draaien.
Daarna is de flange aan de buitenkant afgedraaid om ruimte te maken voor de bolle uitstekende delen van de 10mm draadeinden van de as-klauwtjes.
Ook dit past allemaal net.
Hierboven zie je dat de flange nog niet was uitgedraaid..
Om de lagerkappen te laten passen zijn ze heel voorzichtig in contra opstelling in de draaibank uitgedraaid op de maat van de Timken lagers.
Hierboven zie je een afgedraaide flange met bus, oliekeerring en lager, gemonteerd tussen versnellingsbak en koppelingshuis
Volgende klus: Verlengen van de aandrijfas naar de poelie van de ID motor.
De verlenging van deze as was noodzakelijk omdat ik gelijktijdig met de montage van de 4-bak een langeslag ID motor heb ingebouwd.
De aandrijving van deze aandrijfas op de krukas is iets dikker dan bij de Traction motor groter en zit iets dieper verzonken in de ID-motor .
Zie onderstaande foto waar de al voorbereide TA as boven ligt en de ID as lager.
Boven: Verlengde aangepaste poelie-as gereed voor montage
Boven zie je het hart van de ID- koppelingspaat met ID-spiebaan van een gesloopte koppelingsplaat gemonteerd op een nieuwe TA koppelingsplaat.
Het laswerk is uitgevoerd met de speciaal gemaakte pasbus van ID naar TA maatvoering strak in beide spiebanen geperst, deze bus wordt pas na het volledig langzaam laten afkoelen verwijderd.
Voor een goede hechting is het laswerk eerst CO2 gedaan en later op 3 plekken weer uitgeslepen, pasbus weer geplaatst en met MIG opnieuw gelast. Daarna heb ik het laswerk nog laten controleren op slingeringen van de nieuwe spiebaan ten opzichte van de koppelingsplaat.
Dat was gelukkig ruim binnen de norm.
Hierboven zie je de benodigde pas-/ vulplaat van 4mm dik aluminium waarmee ik de 100% passing van het TA-koppelingshuis aan de ID-bak heb uitgevoerd.
Voordeel bij deze oplossing is dat het satelliethuis ook netjes vrij loopt van de binnenkant van het koppelingshuis en je geen zorgen heb over een mogelijk aanlopend differentieel tegen het koppelingshuis.
De reden van deze benodigde aanpassing komt door het feit dat de positie (in de lengterichting) van de aandrijfassen bij de TA ten opzichte van de ID net 4 mm is verschoven.
De half cirkelvormige uitsparingen waar de flanges bij de id bak in passen en waar bij de TA bak de oorspronkelijke oliekeerringen in passen zijn bij de ID niet gelijk aan de bakzijde versus aan de zijde van het koppelingshuis.
Bij de TA is de vorm aan beide zijden wel precies gelijk.
Bij de ID bak is het gat voor de flange aan de bakzijde 4mm ondieper en aan de zijde van het ID koppelingshuis 4mm dieper.
Met een pasplaat tussen ID bak en TA-koppelingshuis wordt de niet- ronde vorm als gevolg van het missen van 4 mm gecompenseerd zodat de zuiver rondvormige flanges precies passen in het (weer) ronde gat.
De lepels van de bediening van de versnellingen heb ik aan de onderkant van de schakeltoren volledig moeten aanpassen zodat de nieuw ontwikkelde stangen kunnen worden bediend voor de ID-bak.
Het was even denken en proberen maar deze oplossing werkt prima!
Zoals je op de foto ziet past de ID poelie maar net naast de rechtse lepel.
Door toepassing van deze poelie ben ik gelijk overgestapt naar een smallere V-riem.
Dat betekende weer gelijk een aanpassing van de waterpomp poelie, en de montage van een 12 Volt wisselstroom dynamo.
Hierboven nog even de pasplaat van 4 mm in detail.
Bij het afmonteren heb ik dunne papieren pakking gebruikt aan beide zijden van de pasplaat.
Dat bleek uiteindelijk de enige manier te zijn waarop alles lekvrij te krijgen is.
De schakelstangen tussen schakeltoren (links) en overbrengingshevels (rechts) naar de selecteur in detail: Kleine extra uitdaging bij mij was dat de carburateur door het plaatsen van de ID motor en- bijbehorende cilinderkop- opeens in de baan van deze schakelstangen liep.
Met een waterleiding- pijpenbuiger heb ik de schakelstangen precies vrij kunnen houden van alle vaste motordelen en het past allemaal net.
De versnellingsbak zonder bedieningsstangen gemonteerd op het koppelingshuis.
[Als je goed kijkt, zie je dat ik hier nog heb gewerkt met de ID-insteekassen, die ik had ingekort.
Uiteindelijk werkte deze oplossing niet omdat de gelaste assen op de las steeds afbraken.
Op zich is deze oplossing wel mogelijk, maar dan zou je nieuwe assen moeten (laten) maken.]
Hierboven zie je de verlenging van de primaire as door middel van een busje dat op de primaire as komt.
Dit busje komt tussen de primaire as en het toplager van de krukas.
Doel is dat de primaire as niet kan slingeren.
Het busje op de foto was mijn prototype.
Er blijken toplagers te bestaan met verschillende binnendiameters waar de primaire as in past en dus ook hier was de praktijk (weer) mijn leermeester.
Koppelingsplaat in de (gelijk gemonteerde) opzetring van de nieuw geplaatste diafragma drukgroep
En de gehele drukgroep met gemonteerde koppelingsplaat en de naar buiten stekende spiebaan van de koppelingsplaat
Koppelingshuis met M10 bouten ten behoeve van het vastzetten van de flanges.
De M10 bouten zijn door- en -door gemonteerd in de wangen van het huis .
Eerder heb ik met andere oplossingen geëxperimenteerd maar met schroefdraad tappen, bussen monteren en dergelijke kreeg ik het niet voldoende olie-dicht.
Op bovenstaande manier met ringen en pakkingringen is het perfect dicht!
Dit was nog wel even een klusje:
Van donordelen van 2 differentiëlen 1 nieuwe maken.
Op zich niet moeilijk wanneer je bedenkt wat waarin gaat passen:
Pignon van ID is toegepast, dus moet het satelliet tandwiel van ID worden toegepast.
De uitgaande assen van de TA worden gebruikt dus moeten de satelliet tandwielen van de TA worden geplaatst.
De dunnere uitgaande TA as wordt geplaatst in het satelliet tandwiel van de ID dus moet een pas-bus worden ingeperst in het ID satellietwiel zodat de TA as er vrij maar strak in kan draaien.
Het Satelliethuis van de TA is gebruikt (kom-zijde waar de tandwieltjes in zitten) met de vaste (TA) as er aan vast.
Op de foto boven zie je linksonder het satelliettandwiel met vrij draaiende uitgaande as.
Rechtsonder zie je het kom-deel van het satelliethuis met de satelliet-tandwieltjes en vaste uitgaande as.
Het oorspronkelijke TA differentieel werkt met bak-assen met spiebanen aan de buitenkant waarop de TA- bak-assen extern kunnen worden gemonteerd.
Voordeel hierbij is dat je hierdoor gemakkelijk de grote keerringen van de TA-bak kan vervangen.
In de foto hierboven is dus het onderste differentieel het TA-differentieel.
Boven: Gereed en gemonteerd differentieel. De pas-bus zie je mooi zitten
Boven zie je de gemaakte pas-bus met oliegroef aan de vrij draaiende binnenkant.
Timken lagers strak stellen maar niet te strak…
Omgebouwd schakel selecteur/levier, in de experimentele fase.
Afdraaien asklauwtje op de commercieel verkrijgbare lagermaat
En het afgedraaide resultaat van het asklauwtje van de TA met binnengroef.
Bevestigingsbeugel. Ik heb gekozen voor een erg robuuste opzet, omdat de moter/bak/aandrijvingsassen allemaal aan dit punt zijn opgehangen.
Bovendien heb ik er voor gekozen om de dwarsstukken van de aandijftraverse gewoon weer te monteren om voldoende stevigheid te houden.
Let hierboven goed op:
Aan de onderkant van de flanges heb ik aan beide kanten ca. 2 cm materiaal weggeslepen.
Dat komt omdat deze punten uitsteken ten opzichte van de oospronkelijke TA bak.
Daarmee komen ze tegen de wieg aan net boven de doorgang van de aandrijfassen.
Dus wat materiaal moeten verwijderen.
Het aantal malen dat ik de bak heb gemonteerd en weer gedemonteerd kan ik niet meer achterhalen, maar het was in ieder geval zoveel malen dat ik het inmiddels blindelings en zeer snel uit kan voeren.
Boven nogmaals het weggehaalde materiaal: Handig om te doen VOOR het monteren!
Lager voor de asklauwtjes.
Ik heb dit deel in de oven verwarmd op 60 graden voor de definitieve montage.
Ready.
Schakelassen. Links de beweging op/neer van de pook en rechts de beweging links/rechts..
Tijdens de montage genomen: moer nog vastdraaien en zo.
Rechts oderaan zie je de opnemer van de cruise control weggedraaid hangen.
De magneet komt onder de moer die nog los zit met een beugeltje zodat de opnemen hem bij elke omwenteling even kan zien.
Boven de aangepaste lepels van de onderzijde van de schakeltoren.
LEDs kun je in armaturen plaatsen zoals een ouderwetse schemerlamp, maar je kan er ook dingen mee doen die voorheen niet mogelijk waren of gewoon niet voor de hand lagen.
Neem bijvoorbeeld het ingieten van LEDs in doorzichtige hars waarmee je tafelelementen kan maken, hangarmaturen of denk aan bijvoorbeeld meubels die je vanuit de binnenkant verlicht.
De trap die met LED strips onder de trede aan de voorzijde zicht geeft waar je je voeten zet, tot de mogelijkheden voor indirecte verlichting met LED strips achter lambrisering of gordijnen, enzovoorts.
Je jan LEDs plaatsen waar je het bedenkt, laat je fantasie bepalen wat je wilt en wij helpen je het te realiseren!
Wij bevelen de 12Volt 1 Ampère power adapter aan, voor 10 Euro.
Deze adapter is geschikt voor een hoeveelheid LEDs tot 20 stuks.
Voor grotere hoeveelheden LEDs of voor plafondmontage bevelen we een exemplaar aan met schroefbevestiging. De prijs is afhankelijk ven de gewenste uitvoering en varieert tussen 15 Euro en 30 Euro.
Ons meest simpele en meest betrouwbare single color bediensysteem voor LED verlichting kost Eur 35,= excl. BTW en heeft 3 gelijke aansluitpunten voor maximaal 30 LED’s, mits gecombineerd met 3 stuks 10-LEDs verlichting aansluitpaneel.
Enkelvoudige gelijkspannings LEDs hebben meestal een spanningsverval van ongeveer 3,4 Volt.
LEDs bestaan in de basis uitsluitend als gelijkspannings-element maar LEDs worden vaak samen met andere componenten in één behuizing geleverd en kunnen dan soms op wisselstroom of op een hogere spanning worden aangesloten.
Er zijn ook microschakelingen waarbij 3, 4 of 5 gekleurde LEDs met een aantal andere componenten één multi-kleuren LED vormen. (voorbeeld: WS2812)
De exacte spanningsval van een enkelvoudige LED is afhankelijk van de gebruikte chip (soort substraat (4)) en van de kleur van het uitgestraalde licht.
Bij de door ons gebruikte LEDs hanteren we een maximale stroom van 50 milli-Ampère. Daarbij straalt de LED de maximaal haalbare hoeveelheid licht uit. Het maximale vermogen, gemeten in Watt, bedraagt daarbij (P=U*I) 3,4X0,05=0,17 Watt. Dat is nogal wat minder dan een ouderwetse gloeilamp, of halogeenlamp.
Toch is de hoeveelheid uitgestraald licht, gemeten in Lumen, evenveel als bij een vergelijkbare gloeilamp van het tienvoudige vermogen. De oorzaak dat een LED meer licht uitstraalt dan een gloeilamp bij gelijk vermogen komt door een paar oorzaken maar primair komt dit doordat een gloeilamp in de eerste plaats warmte af geeft, en daarbij komt ook licht vrij. Bovendien is dat licht vooral beschikbaar in het onderste deel van het spectrum van het zichtbare licht en is de straling ver onder dat spectrum ook als warmte voelbaar. LED’s geven nauwelijks warmte af en leveren vooral licht binnen het zichtbare spectrum. Er zijn ook UV en IR led’s maar die vallen buiten ons leveraanbod.
Om een LED aan te sluiten op een stroombron heb je een omvormer of ook wel een voeding genoemd nodig die de netspanning van 230Volt wisselspanning (eigenlijk wissselstroom) omzet neer een meer praktischer gelijkstroom.
Wij werken met 12 Volt DC voedingen.
Onze stuurapparatuur en aansluitcomponenten zijn allemaal ingesteld op het gebruik van 12 Volt DC.
En ook handig: Je kan alle componenten testen met een auto-accu, -acculader of met een gewone 9V blokbatterij.
Onze LEDs sluiten we per LED via een serie- of voorschakelweerstand aan op de 12 Volt gelijkstroom voeding.
Daarvoor hebben we verschillende prints beschikbaar, waarmee je veilig de LED’s kan aansluiten op de klemmenstroken van de print.
Van de witte LEDs is bekend dat het afgegeven licht soms wel heel vervelend is, vooral bij auto’s zie je dat vaak. Inmiddels komt daar wetgeving tegen omdat té wit (blauwachtig) licht als erg storend wordt ervaren in het verkeer .
Warm wit
Voor horecagelegenheden en thuisgebruik is warm wit meestal een betere keuze. Het licht doet ‘gezellig’ aan omdat de afgegeven kleur (of kleurtemperatuur) ongeveer gelijk is aan de kleur van gloeilampen, of licht dat kaarsen geven.
Combi van warm wit en wit
Of je kiest voor een combi van wit en warm-wit in 1 behuizing. Eigenlijk krijg je dan 2 LED’s per opstelling, en je hebt dan natuurlijk ook een 2-kanaals besturing nodig. ’s Avonds kun je dan bijvoorbeeld warm wit gebruiken en overdag of met het schoonmaken gebruik je het witte licht. Of je stelt een combinatie van beide in.
Multicolour licht
Of je gaat voor de optie van multicolour licht: Dan gebruik je LED-units met steeds een Rood, Groen en Blauwe LED EN een warm-witte LED. je kan er voor kiezen om eenvoudige LED’s te gebruiken al dan niet bedraad in linten van units welke allemaal tegelijk dezelfde kleur uitstralen. Met deze optie kun je warm-wit gedimd gebruiken, aangevuld met een kleurtje waardoor je de eigen sfeer kan creëren. een vleugje rood of juist een beetje koel blauw erbij.
Multicolour bestuurbaar licht
OF je kan bestuurbare LED units nemen zoals de WS2812 units. Dan kun je elke unit per stuk aansturen met alle mogelijkheden van de eerder genoemde opties EN nog veel meer. Deze optie is in principe ook goed te doen, hoewel de aansturing wel iets complexer en duurder is. Maar dan heb je ook gelijk wat: Je kan elke unit apart besturen, en daarmee kun je groepen maken van licht, of langzaam de hele ruimte of kamer qua kleur verdraaien. Of je programmeert alles automatisch zodat je geen omkijken meer hebt in je winkel over de verlichting van de aquariums, planten en de sfeerverlichting.
Wij hebben voorbeelden van alle opties geïnstalleerd in onze showroom, kom gerust ervaren wat je het beste past. Wij kunnen meedenken en adviseren wat in jouw specifieke geval de meest passende optie is.
Na de verbouwingen en aanpassingen van de Traction komt er na het rijden van een langere rit altijd wel wat vloeistof van de wagen op de garagevloer terecht.
Na een nachtje parkeren ligt er onder het motorcompartiment een paar druppels motorolie aan de achterkant van de motor, en een paar druppels versnellingsbakolie aan de voorkant van de motor.
Koelvloeistofverlies heb ik ook wel, maar blijkbaar alleen wanneer ik rijd. Na een nachtje in de garage vind ik gen druppel koelvloeistof op de vloer.
Lekkage motorolie:
De foto toont ter illustratie de vervangende ID (DS) motor die ik heb aangepast voor de Traction met passende starterkrans en vliegwiel, en waterpomp van de Traction erop gemonteerd net voor de eindmontage.
De synthetische 20W50 motorolie die ik al een paar jaar gebruikte in deze motor heb ik uiteindelijk vervangen door SAE30 minerale motorolie, single grade dus.
Nadat ik hier ruim een jaar mee heb rondgereden heb ik de volgende zaken vastgesteld: Geen lekkage meer vooraan de motor (waar het koppelingshuis is gekoppeld aan de motor) maar wel een lagere oliedruk bij echt een warme motor en bij toerentallen onder de 700 RPM.
Bij normaal rijden dus geen probleem. De kurk pakking die achter de voorste lagerkap is gemonteerd liet op den duur de synthetische multigrade olie door, vanwege de dopes in deze olie. De monograde heeft dat niet of iig veel minder. Het lijkt er op dat dit de geringe lekkage die ik had, heeft opgelost.
Lekkage versnellingsbakneus:
De shims in de lagerkappen waarmee de versnellingsbakassen lateraal zijn gesteld zitten voorop de versnellingsbak en heb ik destijds zonder pakking gemonteerd.
Die pakkingen zaten er bij mij ook niet van oorsprong in. Nu heb ik daar wel pakkingen tussen gemonteerd, rekening houdend met de oorspronkelijke shimdikte voor deze actie. De lekkage is hierdoor opgelost!
Verlies koelvloeistof tijdens rijden:
De koelvloeistof stroomt als het ware over de radiator op het moment dat de thermostaat opent (linksboven op de foto). Er komt dan koelvloeistof van ca. 85 graden in de koude radiateur en dat veroorzaakt een heftige reactie waardoor er druk ontstaat op de radiatordop.
Er zit een gat in deze radiatordop waardoor dan vloeistof wordt uitgestoten. De oplossing is gevonden door middel van een overloopvaatje dat onderaan gekoppeld zit aan de onderste slangen tussen radiator en motor.
De radiatordop is aangepast met een leiding naar de bovenste aansluiting van het overloopvaatje loopt. Het overloopvaatje heeft een ventilerende dop. Het overloopvaatje is op het hoogst mogelijke punt binnen de motorruimte gemonteerd.
De extra expansieruimte die op deze manier ontstaat is voldoende om het verlieseffect tegen te gaan. Ik heb er voor gekozen om het koelsysteem niet permanent onder druk te zetten zoals bij moderne auto’s wordt gedaan, omdat ik bang ben dat er dan mogelijk andere ongewenste lekkages of effecten kunnen ontstaan. De Traction heeft van nature een drukloos koelsysteem (gelijk aan de omgevingsdruk) en dat heb ik zo gelaten.
Nadat de koop rond was voor Eur2000,= ben ik de Citroën Traction Avant 11BN (bouwjaar 1955) in Leiden met de gehuurde auto-ambulance achter mijn stationwagen gaan halen.
De foto’s zijn van Marktplaats (2006):
Thuis in de toen nog niet geïsoleerde garage:
Na de eerste inspectie bleek dat er eigenlijk niets werkte.
De motor zat vast, er zat water in de olie, de versnellingsbak was kapot, remmen vast, gaten in de spatborden, koplampspiegels rot, achterlichtglazen kapot, benzinetank lek, uitlaat verrot, banden op, bumper voor was eraf gerot enzovoorts.
Maar de bodem, zijkant, het dak en de body was allemaal keihard.